Lidwoord voor pleitrede
1
de pleitrede v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze pleitrede, die pleitrede
dichtbij deze pleitrede
verder weg die pleitrede
betrekkelijk voornaamwoord
de pleitrede die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun pleitrede
onbepaald voornaamwoord
elke pleitrede
buigings-e
de grote pleitrede, een grote pleitrede