Lidwoord voor poeier
1
de poeier m
oplawaai, pegel
aanwijzend voornaamwoord
deze poeier, die poeier
dichtbij deze poeier
verder weg die poeier
betrekkelijk voornaamwoord
de poeier die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun poeier
onbepaald voornaamwoord
elke poeier
buigings-e
de grote poeier, een grote poeier
2
het/de poeier o+m
poeder
aanwijzend voornaamwoord
dit poeier, dat poeier
dichtbij dit poeier
verder weg dat poeier
betrekkelijk voornaamwoord
het poeier dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun poeier
onbepaald voornaamwoord
elk poeier
buigings-e
het grote poeier, een groot poeier
aanwijzend voornaamwoord
deze poeier, die poeier
dichtbij deze poeier
verder weg die poeier
betrekkelijk voornaamwoord
de poeier die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun poeier
onbepaald voornaamwoord
elke poeier
buigings-e
de grote poeier, een grote poeier