Lidwoord voor peer
1
de peer m
perenboom
aanwijzend voornaamwoord
deze peer, die peer
dichtbij deze peer
verder weg die peer
betrekkelijk voornaamwoord
de peer die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun peer
onbepaald voornaamwoord
elke peer
buigings-e
de grote peer, een grote peer
2
de peer v(m)
gloeilamp, vrucht
aanwijzend voornaamwoord
deze peer, die peer
dichtbij deze peer
verder weg die peer
betrekkelijk voornaamwoord
de peer die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun peer
onbepaald voornaamwoord
elke peer
buigings-e
de grote peer, een grote peer
3
de peer m
edelman
aanwijzend voornaamwoord
deze peer, die peer
dichtbij deze peer
verder weg die peer
betrekkelijk voornaamwoord
de peer die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun peer
onbepaald voornaamwoord
elke peer
buigings-e
de grote peer, een grote peer