Lidwoord voor polio
1
de polio v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze polio, die polio
dichtbij deze polio
verder weg die polio
betrekkelijk voornaamwoord
de polio die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun polio
onbepaald voornaamwoord
elke polio
buigings-e
de grote polio, een grote polio