Lidwoord voor poolreiziger
1
de poolreiziger m
aanwijzend voornaamwoord
deze poolreiziger, die poolreiziger
dichtbij deze poolreiziger
verder weg die poolreiziger
betrekkelijk voornaamwoord
de poolreiziger die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun poolreiziger
onbepaald voornaamwoord
elke poolreiziger
buigings-e
de grote poolreiziger, een grote poolreiziger