Lidwoord voor productiemiddel
1
het productiemiddel o
aanwijzend voornaamwoord
dit productiemiddel, dat productiemiddel
dichtbij dit productiemiddel
verder weg dat productiemiddel
betrekkelijk voornaamwoord
het productiemiddel dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun productiemiddel
onbepaald voornaamwoord
elk productiemiddel
buigings-e
het grote productiemiddel, een groot productiemiddel