Lidwoord voor projectonderwijs
1
het projectonderwijs o
aanwijzend voornaamwoord
dit projectonderwijs, dat projectonderwijs
dichtbij dit projectonderwijs
verder weg dat projectonderwijs
betrekkelijk voornaamwoord
het projectonderwijs dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun projectonderwijs
onbepaald voornaamwoord
elk projectonderwijs
buigings-e
het grote projectonderwijs, een groot projectonderwijs