Lidwoord voor psycholinguïstiek
1
de psycholinguïstiek v
aanwijzend voornaamwoord
deze psycholinguïstiek, die psycholinguïstiek
dichtbij deze psycholinguïstiek
verder weg die psycholinguïstiek
betrekkelijk voornaamwoord
de psycholinguïstiek die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun psycholinguïstiek
onbepaald voornaamwoord
elke psycholinguïstiek
buigings-e
de grote psycholinguïstiek, een grote psycholinguïstiek