Lidwoord voor rampgebied
1
het rampgebied o
aanwijzend voornaamwoord
dit rampgebied, dat rampgebied
dichtbij dit rampgebied
verder weg dat rampgebied
betrekkelijk voornaamwoord
het rampgebied dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun rampgebied
onbepaald voornaamwoord
elk rampgebied
buigings-e
het grote rampgebied, een groot rampgebied