Lidwoord voor rechtvaardigheid
1
de rechtvaardigheid v
aanwijzend voornaamwoord
deze rechtvaardigheid, die rechtvaardigheid
dichtbij deze rechtvaardigheid
verder weg die rechtvaardigheid
betrekkelijk voornaamwoord
de rechtvaardigheid die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun rechtvaardigheid
onbepaald voornaamwoord
elke rechtvaardigheid
buigings-e
de grote rechtvaardigheid, een grote rechtvaardigheid