Lidwoord voor reisapotheek

1

de reisapotheek v

aanwijzend voornaamwoord
deze reisapotheek, die reisapotheek

dichtbij deze reisapotheek

verder weg die reisapotheek

betrekkelijk voornaamwoord
de reisapotheek die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun reisapotheek
onbepaald voornaamwoord
elke reisapotheek
buigings-e
de grote reisapotheek, een grote reisapotheek

Woorden die lijken op reisapotheek