Lidwoord voor reus
1
de reus m
mens, wezen
aanwijzend voornaamwoord
deze reus, die reus
dichtbij deze reus
verder weg die reus
betrekkelijk voornaamwoord
de reus die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun reus
onbepaald voornaamwoord
elke reus
buigings-e
de grote reus, een grote reus
2
de reus m
kanjer
aanwijzend voornaamwoord
deze reus, die reus
dichtbij deze reus
verder weg die reus
betrekkelijk voornaamwoord
de reus die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun reus
onbepaald voornaamwoord
elke reus
buigings-e
de grote reus, een grote reus