Lidwoord voor tientje
1
het tientje o
aanwijzend voornaamwoord
dit tientje, dat tientje
dichtbij dit tientje
verder weg dat tientje
betrekkelijk voornaamwoord
het tientje dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun tientje
onbepaald voornaamwoord
elk tientje
buigings-e
het grote tientje, een groot tientje