Lidwoord voor roetfilter
1
het/de roetfilter o+m
aanwijzend voornaamwoord
dit roetfilter, dat roetfilter
dichtbij dit roetfilter
verder weg dat roetfilter
betrekkelijk voornaamwoord
het roetfilter dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun roetfilter
onbepaald voornaamwoord
elk roetfilter
buigings-e
het grote roetfilter, een groot roetfilter
aanwijzend voornaamwoord
deze roetfilter, die roetfilter
dichtbij deze roetfilter
verder weg die roetfilter
betrekkelijk voornaamwoord
de roetfilter die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun roetfilter
onbepaald voornaamwoord
elke roetfilter
buigings-e
de grote roetfilter, een grote roetfilter