Lidwoord voor romanistiek
1
de romanistiek v
aanwijzend voornaamwoord
deze romanistiek, die romanistiek
dichtbij deze romanistiek
verder weg die romanistiek
betrekkelijk voornaamwoord
de romanistiek die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun romanistiek
onbepaald voornaamwoord
elke romanistiek
buigings-e
de grote romanistiek, een grote romanistiek