Lidwoord voor rouwkrans
1
de rouwkrans m
aanwijzend voornaamwoord
deze rouwkrans, die rouwkrans
dichtbij deze rouwkrans
verder weg die rouwkrans
betrekkelijk voornaamwoord
de rouwkrans die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun rouwkrans
onbepaald voornaamwoord
elke rouwkrans
buigings-e
de grote rouwkrans, een grote rouwkrans