Lidwoord voor schepper
1
de schepper m
aanwijzend voornaamwoord
deze schepper, die schepper
dichtbij deze schepper
verder weg die schepper
betrekkelijk voornaamwoord
de schepper die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun schepper
onbepaald voornaamwoord
elke schepper
buigings-e
de grote schepper, een grote schepper