Lidwoord voor scholier
1
de scholier m
aanwijzend voornaamwoord
deze scholier, die scholier
dichtbij deze scholier
verder weg die scholier
betrekkelijk voornaamwoord
de scholier die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun scholier
onbepaald voornaamwoord
elke scholier
buigings-e
de grote scholier, een grote scholier