Lidwoord voor schoolreisje

1

het schoolreisje o

aanwijzend voornaamwoord
dit schoolreisje, dat schoolreisje

dichtbij dit schoolreisje

verder weg dat schoolreisje

betrekkelijk voornaamwoord
het schoolreisje dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun schoolreisje
onbepaald voornaamwoord
elk schoolreisje
buigings-e
het grote schoolreisje, een groot schoolreisje

Woorden die lijken op schoolreisje