Lidwoord voor sciencepark

1

het sciencepark o

aanwijzend voornaamwoord
dit sciencepark, dat sciencepark

dichtbij dit sciencepark

verder weg dat sciencepark

betrekkelijk voornaamwoord
het sciencepark dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun sciencepark
onbepaald voornaamwoord
elk sciencepark
buigings-e
het grote sciencepark, een groot sciencepark