Lidwoord voor seminar
1
het/de seminar o+m
aanwijzend voornaamwoord
dit seminar, dat seminar
dichtbij dit seminar
verder weg dat seminar
betrekkelijk voornaamwoord
het seminar dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun seminar
onbepaald voornaamwoord
elk seminar
buigings-e
het grote seminar, een groot seminar
aanwijzend voornaamwoord
deze seminar, die seminar
dichtbij deze seminar
verder weg die seminar
betrekkelijk voornaamwoord
de seminar die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun seminar
onbepaald voornaamwoord
elke seminar
buigings-e
de grote seminar, een grote seminar