Lidwoord voor siësta

1

de siësta v(m)

aanwijzend voornaamwoord
deze siësta, die siësta

dichtbij deze siësta

verder weg die siësta

betrekkelijk voornaamwoord
de siësta die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun siësta
onbepaald voornaamwoord
elke siësta
buigings-e
de grote siësta, een grote siësta

Woorden die lijken op siësta