Lidwoord voor siervuurwerk
1
het siervuurwerk o
aanwijzend voornaamwoord
dit siervuurwerk, dat siervuurwerk
dichtbij dit siervuurwerk
verder weg dat siervuurwerk
betrekkelijk voornaamwoord
het siervuurwerk dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun siervuurwerk
onbepaald voornaamwoord
elk siervuurwerk
buigings-e
het grote siervuurwerk, een groot siervuurwerk