Lidwoord voor sitspapier
1
het sitspapier o
aanwijzend voornaamwoord
dit sitspapier, dat sitspapier
dichtbij dit sitspapier
verder weg dat sitspapier
betrekkelijk voornaamwoord
het sitspapier dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun sitspapier
onbepaald voornaamwoord
elk sitspapier
buigings-e
het grote sitspapier, een groot sitspapier