Lidwoord voor calcium
1
het calcium o
aanwijzend voornaamwoord
dit calcium, dat calcium
dichtbij dit calcium
verder weg dat calcium
betrekkelijk voornaamwoord
het calcium dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun calcium
onbepaald voornaamwoord
elk calcium
buigings-e
het grote calcium, een groot calcium