Lidwoord voor snelkookrijst
1
de snelkookrijst m
aanwijzend voornaamwoord
deze snelkookrijst, die snelkookrijst
dichtbij deze snelkookrijst
verder weg die snelkookrijst
betrekkelijk voornaamwoord
de snelkookrijst die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun snelkookrijst
onbepaald voornaamwoord
elke snelkookrijst
buigings-e
de grote snelkookrijst, een grote snelkookrijst