Lidwoord voor sol
1
de sol m
munteenheid
aanwijzend voornaamwoord
deze sol, die sol
dichtbij deze sol
verder weg die sol
betrekkelijk voornaamwoord
de sol die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun sol
onbepaald voornaamwoord
elke sol
buigings-e
de grote sol, een grote sol
2
het sol o
oplossing
aanwijzend voornaamwoord
dit sol, dat sol
dichtbij dit sol
verder weg dat sol
betrekkelijk voornaamwoord
het sol dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun sol
onbepaald voornaamwoord
elk sol
buigings-e
het grote sol, een groot sol
3
de sol v(m)
toon
aanwijzend voornaamwoord
deze sol, die sol
dichtbij deze sol
verder weg die sol
betrekkelijk voornaamwoord
de sol die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun sol
onbepaald voornaamwoord
elke sol
buigings-e
de grote sol, een grote sol