Lidwoord voor spanjool

1

de spanjool m

aanwijzend voornaamwoord
deze spanjool, die spanjool

dichtbij deze spanjool

verder weg die spanjool

betrekkelijk voornaamwoord
de spanjool die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun spanjool
onbepaald voornaamwoord
elke spanjool
buigings-e
de grote spanjool, een grote spanjool

Woorden die lijken op spanjool