Lidwoord voor spijskaart
1
de spijskaart v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze spijskaart, die spijskaart
dichtbij deze spijskaart
verder weg die spijskaart
betrekkelijk voornaamwoord
de spijskaart die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun spijskaart
onbepaald voornaamwoord
elke spijskaart
buigings-e
de grote spijskaart, een grote spijskaart