Lidwoord voor perskaart
1
de perskaart v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze perskaart, die perskaart
dichtbij deze perskaart
verder weg die perskaart
betrekkelijk voornaamwoord
de perskaart die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun perskaart
onbepaald voornaamwoord
elke perskaart
buigings-e
de grote perskaart, een grote perskaart