Lidwoord voor sterfdag
1
de sterfdag m
aanwijzend voornaamwoord
deze sterfdag, die sterfdag
dichtbij deze sterfdag
verder weg die sterfdag
betrekkelijk voornaamwoord
de sterfdag die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun sterfdag
onbepaald voornaamwoord
elke sterfdag
buigings-e
de grote sterfdag, een grote sterfdag