Lidwoord voor suikerziekte
1
de suikerziekte v
aanwijzend voornaamwoord
deze suikerziekte, die suikerziekte
dichtbij deze suikerziekte
verder weg die suikerziekte
betrekkelijk voornaamwoord
de suikerziekte die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun suikerziekte
onbepaald voornaamwoord
elke suikerziekte
buigings-e
de grote suikerziekte, een grote suikerziekte