Lidwoord voor termijncontract
1
het termijncontract o
aanwijzend voornaamwoord
dit termijncontract, dat termijncontract
dichtbij dit termijncontract
verder weg dat termijncontract
betrekkelijk voornaamwoord
het termijncontract dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun termijncontract
onbepaald voornaamwoord
elk termijncontract
buigings-e
het grote termijncontract, een groot termijncontract