Lidwoord voor tetraëder
1
de tetraëder m
aanwijzend voornaamwoord
deze tetraëder, die tetraëder
dichtbij deze tetraëder
verder weg die tetraëder
betrekkelijk voornaamwoord
de tetraëder die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun tetraëder
onbepaald voornaamwoord
elke tetraëder
buigings-e
de grote tetraëder, een grote tetraëder