Lidwoord voor subsidiariteitsbeginsel
1
het subsidiariteitsbeginsel o
aanwijzend voornaamwoord
dit subsidiariteitsbeginsel, dat subsidiariteitsbeginsel
dichtbij dit subsidiariteitsbeginsel
verder weg dat subsidiariteitsbeginsel
betrekkelijk voornaamwoord
het subsidiariteitsbeginsel dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun subsidiariteitsbeginsel
onbepaald voornaamwoord
elk subsidiariteitsbeginsel
buigings-e
het grote subsidiariteitsbeginsel, een groot subsidiariteitsbeginsel