Lidwoord voor thomisme
1
het thomisme o
aanwijzend voornaamwoord
dit thomisme, dat thomisme
dichtbij dit thomisme
verder weg dat thomisme
betrekkelijk voornaamwoord
het thomisme dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun thomisme
onbepaald voornaamwoord
elk thomisme
buigings-e
het grote thomisme, een groot thomisme