Lidwoord voor tuindorp
1
het tuindorp o
aanwijzend voornaamwoord
dit tuindorp, dat tuindorp
dichtbij dit tuindorp
verder weg dat tuindorp
betrekkelijk voornaamwoord
het tuindorp dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun tuindorp
onbepaald voornaamwoord
elk tuindorp
buigings-e
het grote tuindorp, een groot tuindorp