Lidwoord voor vergaderzaal
1
de vergaderzaal v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze vergaderzaal, die vergaderzaal
dichtbij deze vergaderzaal
verder weg die vergaderzaal
betrekkelijk voornaamwoord
de vergaderzaal die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun vergaderzaal
onbepaald voornaamwoord
elke vergaderzaal
buigings-e
de grote vergaderzaal, een grote vergaderzaal