Lidwoord voor verkoopdatum
1
de verkoopdatum m
aanwijzend voornaamwoord
deze verkoopdatum, die verkoopdatum
dichtbij deze verkoopdatum
verder weg die verkoopdatum
betrekkelijk voornaamwoord
de verkoopdatum die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun verkoopdatum
onbepaald voornaamwoord
elke verkoopdatum
buigings-e
de grote verkoopdatum, een grote verkoopdatum