Lidwoord voor vierwielaandrijving
1
de vierwielaandrijving v
aanwijzend voornaamwoord
deze vierwielaandrijving, die vierwielaandrijving
dichtbij deze vierwielaandrijving
verder weg die vierwielaandrijving
betrekkelijk voornaamwoord
de vierwielaandrijving die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun vierwielaandrijving
onbepaald voornaamwoord
elke vierwielaandrijving
buigings-e
de grote vierwielaandrijving, een grote vierwielaandrijving