Lidwoord voor viervoeter
1
de viervoeter m
aanwijzend voornaamwoord
deze viervoeter, die viervoeter
dichtbij deze viervoeter
verder weg die viervoeter
betrekkelijk voornaamwoord
de viervoeter die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun viervoeter
onbepaald voornaamwoord
elke viervoeter
buigings-e
de grote viervoeter, een grote viervoeter