Lidwoord voor vliegshow
1
de vliegshow m
aanwijzend voornaamwoord
deze vliegshow, die vliegshow
dichtbij deze vliegshow
verder weg die vliegshow
betrekkelijk voornaamwoord
de vliegshow die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun vliegshow
onbepaald voornaamwoord
elke vliegshow
buigings-e
de grote vliegshow, een grote vliegshow