Lidwoord voor voorzorgsmaatregel
1
de voorzorgsmaatregel m
aanwijzend voornaamwoord
deze voorzorgsmaatregel, die voorzorgsmaatregel
dichtbij deze voorzorgsmaatregel
verder weg die voorzorgsmaatregel
betrekkelijk voornaamwoord
de voorzorgsmaatregel die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun voorzorgsmaatregel
onbepaald voornaamwoord
elke voorzorgsmaatregel
buigings-e
de grote voorzorgsmaatregel, een grote voorzorgsmaatregel