Lidwoord voor vrijemarkteconomie
1
de vrijemarkteconomie v
aanwijzend voornaamwoord
deze vrijemarkteconomie, die vrijemarkteconomie
dichtbij deze vrijemarkteconomie
verder weg die vrijemarkteconomie
betrekkelijk voornaamwoord
de vrijemarkteconomie die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun vrijemarkteconomie
onbepaald voornaamwoord
elke vrijemarkteconomie
buigings-e
de grote vrijemarkteconomie, een grote vrijemarkteconomie