Lidwoord voor vuurproef
1
de vuurproef v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze vuurproef, die vuurproef
dichtbij deze vuurproef
verder weg die vuurproef
betrekkelijk voornaamwoord
de vuurproef die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun vuurproef
onbepaald voornaamwoord
elke vuurproef
buigings-e
de grote vuurproef, een grote vuurproef