Lidwoord voor warmteonweer
1
het warmteonweer o
aanwijzend voornaamwoord
dit warmteonweer, dat warmteonweer
dichtbij dit warmteonweer
verder weg dat warmteonweer
betrekkelijk voornaamwoord
het warmteonweer dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun warmteonweer
onbepaald voornaamwoord
elk warmteonweer
buigings-e
het grote warmteonweer, een groot warmteonweer