Lidwoord voor wiegelied
1
het wiegelied o
aanwijzend voornaamwoord
dit wiegelied, dat wiegelied
dichtbij dit wiegelied
verder weg dat wiegelied
betrekkelijk voornaamwoord
het wiegelied dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun wiegelied
onbepaald voornaamwoord
elk wiegelied
buigings-e
het grote wiegelied, een groot wiegelied