Lidwoord voor winterdag

1

de winterdag m

aanwijzend voornaamwoord
deze winterdag, die winterdag

dichtbij deze winterdag

verder weg die winterdag

betrekkelijk voornaamwoord
de winterdag die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun winterdag
onbepaald voornaamwoord
elke winterdag
buigings-e
de grote winterdag, een grote winterdag

Woorden die lijken op winterdag