Lidwoord voor lentedag
1
de lentedag m
aanwijzend voornaamwoord
deze lentedag, die lentedag
dichtbij deze lentedag
verder weg die lentedag
betrekkelijk voornaamwoord
de lentedag die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun lentedag
onbepaald voornaamwoord
elke lentedag
buigings-e
de grote lentedag, een grote lentedag