Lidwoord voor winterwortel

1

de winterwortel m

aanwijzend voornaamwoord
deze winterwortel, die winterwortel

dichtbij deze winterwortel

verder weg die winterwortel

betrekkelijk voornaamwoord
de winterwortel die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun winterwortel
onbepaald voornaamwoord
elke winterwortel
buigings-e
de grote winterwortel, een grote winterwortel

Woorden die lijken op winterwortel